1027

makha

Omschrijving
Oud-Egyptisch hieroglief. Voorwerp. Weegschaal.

Betekenis
Afwegen. Wegen van twee partijen. Balans.

Bij de dood was men onderworpen aan de Universele Wet, het Oordeel waarbij de ziel van de persoon werd afgewogen op de Weegschaal tegen over de witte Veer van Maat.
In het Hart van de ‘overledene’ geloofde men dat het de drager van de ziel was, en deze werd op de Weegschaal van ‘waarheid’ geplaatst tegenover de Veer van Maat welke de principes van leven, waarheid en rechtvaardigheid vertegenwoordigd. Het afwegen van het Hart (de dag des oordeels) was een spirituele, rituele, en geheime aangelegenheid en werd enkel door hoogpriesters voltrokken. Om de ceremonie te voltrekken werd dit in een veilige afgesloten kamer uitgevoerd welke permanent onder bewaking stond van wachters. Bij deze plechtigheid was Tehuti aanwezig om hetgeen in goede banen te leiden en om de uitslag te noteren, afschrijven op de lijst van Aardlingen, en bijschrijven in de lijst van Hemelse bewoners.

De oude Egyptenaren hadden geen twijfels over onsterfelijkheid. Wanneer de weging van het Hart positief uitviel werd de uitslag opgetekend door Tehuti en werd de persoon door Tehuti of Heru hand in hand verder geleid naar de zaal der Wijsheid. Hier werd men voorgesteld aan de ‘Ouden’. Men werd tot het goddelijke niveau toegelaten. Men kreeg toegang tot de velden van de absolute wereld, de wereld van de Neteru.

De Ba van de persoon werd toegelaten. De Ba| wordt aangeduidt als een vogel met menselijk hoofd. De persoon veruild zijn Aardse gestalte voor een Hemelse. Wanneer de weging negatief uitviel kon de persoon vertrekken en werd weer ‘teruggeplaats’ om eerst op Aarde orde op zaken te krijgen en werd figuurlijk aan het monster Ammut gegeven