Seti I Tempel – Qurna

by Egyptian Realms 500 views0

Dodentempel van farao Seti I te Qurna.

Inleiding

Op de westelijke oever van Luxor te Qurna in het Noordelijke gebied van de Thebaanse Necropolis staat de monumentale dodentempel van farao Seti I.

Iets verder naar het Noorden was de hoofdstad en koninklijke stad Kheft-her-nebes gevestigd. De stad en zetel van Amun wiens Tempel complex was gevestigd op de Oostelijke oever van Luxor, het huidige Karnak.

Processie
De dodentempel van Seti I was als eerste vesting op de Westbank gelegen langs de processie weg van tempels en tombes die leidden van de grote tempel van Karnak in het Oosten tot de tempels van Deir el-Bahari in het Westen. Elk jaar tijdens de nieuwe maan van de tweede maand van de zomer, midden in Mei, rond 1300 vChr. tijdens het bestuur van Seti I vond er een processie plaats waarbij de barken van Amun en zijn partners vanuit de staatstempel van Karnak naar de vallei van Deir el-Bahari werden gedragen tijdens het “Prachtige festival van de Vallei”.

Direct na de aanstelling van Seti I gaf de koning opdracht tot een allesomvattend restauratie programma in alle bestaande tempels door heel het land, hoofdzakelijk in Thebe. Voor zijn eigen dodentempel volgde farao Seti I de tradities in bouwkunst op de westbank van de oude Thebaanse hoofdstad, direct tegenover het prachtig gerestaureerde tempelcomplex van de almachtige en alomtegenwoordige staatsgod Amun. Het bouwplan van deze tempel gaat verder dan de vorige, in het bijzonder Thebaanse, de evolutie van 18e Dynastie mortuariumstempels, een architecturale combinatie van de processie van de Amun-tempel en de koninklijke mortuariumtempel.

Reconstructie van de dodentempel van Seti I.

Seti I voegde echter ook concepten en architecturale modellen aan toe uit de oude koninklijke piramidetempels van het oude koninkrijk, trouw aan zijn regionale agenda van renaissance, die voornamelijk in religieuze en cultische zin moet worden begrepen.

Toegangspoort met weg die leid naar de tempel met zich op de vier stele’s.

Vestingssmuur
Een indrukwekkende vestingsmuur van 3.20 meter breed (6 oud Egyptische ellen) en 10.50 hoge (20 ellen) muur van gemaakt van gebakken kleistenen waarin stenen en potscherven zijn verwerkt omsloot het gebied van de tempel aan alle vier de zijdes en was voorzien met vier smalle hoektorens en zes bastions op de lange zijdes en vijf op westelijke korte zijde.

Eerste Pyloon
Centraal gelegen aan de Oostelijke zijde van de vestingsmuur van de tempel bevond zich een grote bakstenen pyloon waarvan de afmetingen herleid zijn van de overgebleven fundamenten. De pyloon bedroeg 68.80 meter lang (131 ellen) en 10.50 m breed (20 ellen) met een helling van 86 graden, waarschijnlijk 24 meter (44 ellen) hoog.

Op de plaats waar de oorspronkelijke ingang en weg naar de tempel was gevestigd bevinden zich vandaag meerdere huizen.

Fragment met relief van farao Seti I voor de god Amun afgebeeld.

Eerste binnenhof
Het eerste hof van de tempel is het hof van “massa’s”, die opengesteld was op de festival dagen waarbij om in verwondering te staren naar de representaties van de macht van farao. Grote sfinx beelden voorzien van met het hoofd van de koning stonden voor de ingang opgesteld. Opgevolgd door kleinere albast sfinx beelden en beelden van Seti I stonden aan weerszijden van de processieweg opgesteld tussen de eerste en tweede pyloon in de schaduw van struiken of Persea bomen. Vier koninklijke stele’s, twee aan elke zijde van de weg waren geplaatst voor de bezoeken door Seti I en Ramesses II.

Fragmenten van een sfinksbeeld op het terrein.

Tweede Pyloon
De tweede pyloon was evenals de eerste pyloon gemaakt van kleistenen maar was van kleinere afmetingen. De lengte bedroeg 43.24 meter (82 ellen) en breedte vanuit de poort gemeten was rond de 6.70 meter (12,5 ellen).

Hypostyle zaal voorzien van pilaren.

Tempel

Een brede helling vanuit het lager gelegen hof leidde tot de toegang van de tempel.

De tempel is de meest ongeschonden dodentempel van het westen van Thebe. Het grondoppervlak is niet precies rechthoekig maar vormt eerder een nauwelijks waarneembare trapezoïde. Het tempel voorzijde, met uitzicht op de binnenplaats, meet 52 meter (bijna exact 100 ellen), net als de achterkant van de tempel, met het gezicht naar het Westen gericht. Een elegante portiek met oorspronkelijk tien papyrusbundelkolommen met gesloten kapitelen vormde de gevel van de tempel. Het enige dat overblijft van de zuidelijkste kolom vandaag is een kleine boomstronk.

Muur reliëf in de tempel. Rechts Seti I die het festival organiseerd ter ere van Amun en Khonsu in het bijzijn van zijn vader Ramses I.

Op de architraaf wordt de bouw van het monument vermeld en is voorzien van een inscriptie van Ramses II, waarin de jonge koning zijn vrome bouwactiviteit beschrijft in de tempel van zijn vader.

Muur reliëf waarop farao Seti I wierook brand tot Amun.

Alle buitenoppervlakken van de tempel waren bedekt met reliëf voorstellingen van cultus rituelen. De best bewaarde voorbeelden zijn te zien op de noordelijke buitenmuur. Deze scènes geven een indruk van de rituele opvoeringen die binnen de tempelmuren werden voltrokken.

Zicht op de kamer waarin de bark van Amun werd geplaatst.

Het plan van de tempel vertoont een duidelijke driedelige vorm die overeenkomt met de driedelige functie van het gebouw zelf. De kamers in het centrum omvatten de tempel van Amun voor zijn bezoek tijdens het Vallei Festival.

Muur relief in de tempel. Vlnr Nebet-Het, Amentet, Isis met uiters trechts Osiris.

In het Zuiden lagen de kamers van de koninklijke mortuariumtempel met een aangrenzend slachthuis, en in het Noorden waren de lange zonnehof en de kapellen voor de zonnegod Re. In het zuidelijke hof, dat oorspronkelijk is geplant als een tempeltuin, ligt een heilige put van een zeer ongewone aard. Een kleine poort opende zich van de zuidelijke muur van de tempel, net over een geplaveide doorgang, die leidde naar een kleine pyloon waardoor men een dubbele trap bereikte. Dit leidde beurtelings tot twee fonteinkamers, die de Nijlbronnen van Boven- en Beneden-Egypte symboliseerden. Uit deze putkamers ontstonden de vruchtbaarheidsgoden van Boven- en Beneden-Egypte.

Tempel paleis
Aan de zuidelijke zijde van het eerste hof stond de tempel paleis waar vandaag nog enkel de fundementen en een deel van de gevel zijn overgebleven. Het paleis traditioneel gebouwd als een een verblijf van kleistenen, alleen het centrale deel van de gevel bestond uit fijn kalksteen, terwijl de zijvleugels met twee toegangspaden uit kleistenen bestonden.

De nadruk op het midden, want hier was het monumentale venster van verschijningen geplaatst, een soort balkon waaraan de koning verscheen – persoonlijk tijdens zijn leven, en geestelijk als een ” nieuw leven ingeblazen standbeeld ” na zijn dood – de ingang van de goddelijke barken en bijbehorende massa’s op het veld tijdens het Vallei Festival kon aanschouwen. Onder het raam van de verschijningen was bevond zich een relief waarop offerdragers, zowel Egyptenaren als vertegenwoordigers van vreemde landen goederen op offerplaatsen aanboden. Het enige wat overblijft van vandaag zijn sporen van voeten, benen en sommige kostuums en tafels.

Magazijnen op het terrein naast de tempel.

Magazijnen
De tempel magazijnen bezette ooit het volledige Noordelijke deel van het complex. De muren en de gewelfde plafonds in de noordwesthoek van de tempeloverdekking zijn nog steeds bewaard. We hebben oude overblijfselen van de muren gereconstrueerd. In die gebieden waar alleen de fundamenten overbleven, hebben we ze bedekt tot een specifieke hoogte met moderne bakstenen van vergelijkbare fabricage maar van verschillende grootte om de structuur van de magazijnen begrijpelijker te maken.(1)

Register

Referenties
(1) Tempel van Seti I – Qurna