Grote Inwijding

by Egyptian Realms 497 views0

De Grote Piramide van Giza.
Piramide van Chephren op het terrein van Gizeh.

Inleiding

De Grote Inwijding werd in de grote Piramide volbracht. De deelnemer ging van de eerste laag gelegen kamers langzaam omhoog. In drie en een halve dag werd het Bewustzijn van het ‘normale’ naar het verheven Bewustzijn gebracht.

Een van de hoofddoelen van de Inwijding in de Piramide was dat de kandidaat, discipel of chela de passages doorging onder leiding van zijn leraar of leraren, en aldus voordat hij in een trance werd gebracht op zijn Bewustzijn symbolisch een sterke afdruk te maken van wat de ziel in de innerlijke werelden feitelijk zou doormaken.

De kandidaat, discipel of chela gaat binnen langs de neergaande passage met zijn gids, en ze volgen de tamelijk gelijkmatige passage waar weinig licht is, tot hij onder de oppervlakte van de Piramide begint af te dalen, omlaag naar de Onderwereld als het ware. Dan komt hij bij een splitsing waar de gids, Anpu priester hem alleen laat.

Zon boven de Piramide.
De Zon boven de Piramide.

Alvorens men in de Piramide terecht kwam liep men eersts naar het totale complext toe. Hier kwam de kandidaat aan via de ‘grote weg’ die van langs de Nijl landinwaards gaat. Aan deze weg waren kleinere paden welke naar de hoven, Tempels, kapellen en valleien leiden. De kandidaat liep naar de Tempel van de Sphinx.

Egyptian Realms. Patroon van een watergolf.

Stele van Thothmes.
De Stele van Thothmes, staande tussen de poten van de Grote Sphinx.

Sphinx Tempel

De aanwezige geestelijken ouden ontvangden hem en leidde hem via de trap naar beneden tot het plateau van de Sphinx. Zij liepen naar de stele van Thothmes toe.

De kandidaat klopte op de stele en vervolgens luidde er een pratende stem van binnenuit uit de Sphinx (van een priester) en de stele schoof opzij waardoor de doorgang zichtbaar werd. De kandidaat werd gewaarschuwd voor de beproevingen die hem te wachten stonden, voordat hij tot de mysterieschool werd toegelaten. Men raadde de kandidaten dit sterk af.

Wanneer de kandidaat echter vol moed vol bleef houden, gaf de ingewijde hem een stok en een staf en zij: Ga, mijn zoon, door de vallei van de doden, en vrees niet. Mijn stok en staf zullen u ondersteunen en helpen.

De kandidaat vervolgde zijn pad de duisternis in. Vochtig als een kerker, vol met gekrijs, spotternij, en geluiden die hem toeroepen dat hij dwaas is, en de dood tegemoet gaat. De gang aflopend naar beneden. Bij de opvolgende doorgang stond een skelet met zwaard gewapend. Vlammen kwamen uit het zwaardblad. Dit was de dorpelwachter. Een stem als een weerkaatsende donder vroeg waarom hij daar was gekomen, en voegde erbij dat hij zijn dood tegoet ging als hij niet van zijn rechtenstaf of talisman voorzien was. Ging hij verder dan rees het zwaard zonder hem te treffen, en aan de andere zijde stond toen een jongeling met een Ankh, die op hem wachte. Deze gaf hem een lamp aan die de weg door de volslagen duisternis in de Piramide zwak oplichte. Vervolgens ging hij weg naar de koningskamer, naar boven om deze zelf te vinden met de waarschuwing: Recht is de weg en nauw het pad dat tot eeuwig leven leidt en weinigen vinden het, breed en gemakkelijk is de weg, die leidt naar den bodemlozen put, waarin vele gevallen zijn.

Hij vervolgde weer zijn weg. Nu door een net van duistere gangen welke zich onder de vallei met mastaba’s (graven) bevinden. Hield hij zijn ogen op de grond dan ging hij automatisch naar de beneden leidende gang die eindigde in een diepe kuil. Zag hij die niet dan viel hij in de diepte dood. Keek hij echter naar boven, dan ondekte hij een nauwe schacht of tunnel die opwaards veilig naar de koningskamer leidde.

Deze schachten bevinden zich nog steeds in de Piramide. Deze beproeving diende niet alleen om de oprechtheid der bedoelingen van de kandidaat te staven, ook om zijn wilskracht te beproeven. Geest en lichaam werden hiermee beproefd. De kandidaat moest zich losmaken van zijn ‘jeugd’ verkregen kennis en waarschuwingen. Hij moet de staf der macht hebben om de denkbeelden van zijn brein te controleren, en de stok van de geestelijke binnenste stem. Hij moet opgewassen zijn tegen de dood, het verleid van kapitaal en verlies van roem. Daarna zal hij stroom op waards gaan in de geest en vrijheid vinden in het werkelijke zelf.

Egyptian Realms. Patroon van een watergolf.

De Put in de Grote Piramide.
Zonder hulp gaat de kandidaat de “Beproeving van de Stof”, of de Put binnen.

De Put

De put bevindt zich in het lage niveau onder de Piramide. Deze plek vertegenwoordigd de Onderwereld, het dodenrijk.
Men werd door meester der mysterieën Anubis, Anpu, priester met masker naar de put gebracht. Omdat de ‘put’ zich onder het oppervlakte van de Aarde bevond, daalde zij letterlijk af binnen het lichaam van Geb.

Op dit niveau in de Onderwereld werd men beproefd. Het Bewustzijn van de persoon werd tegenover de krachten van verleiding, angst, demonen, doden, kwaad, duisternis en dierenrijk gesteld.

In de ruimte legt men zijn lichaam, alle materiele elementen van zijn Natuur af. In de Put die met opzet ruw is aangelegd en onafgewerkt om het ruwe en onvolmaakte karakter van de stof te symboliseren, moet de discipel alle sluiers van de stof afwerpen en zelf daaruit klauteren, en ervoor oppassen dat hij daarbeneden niet tot niets vervalt.

Wanneer hij uit de duisternis komt, ontmoet hij bij het punt van de splitsing opnieuw zijn gids die hem of begeleidt of de weg wijst langs een andere passage die omhoog leidt. Deze passage wordt geleidelijk lichter en is heel gelijkmatig.

De kandidaat gaat de “Bron van Diepe Wateren” binnen, die men zich kan voorstellen als de astrale werelden. De kandidaat moet vervolgens alleen de “Ladder van de Ziel” beklimmen, die weer ruw en moeilijk te beklimmen is. Tenslotte, nadat de ziel de top van de ladder heeft bereikt, gaat ze de velden van Aahlu binnen, en komt in de kamer van de Maan, de koninginnekamer, de kamer van de Maan invloeden.

Egyptian Realms. Patroon van een watergolf.

Koninginnekamer

Het heiligdom van balans

Deze kamer vertegenwoordigd de ‘baarmoeder’ van de tweede geboorte (wedergeboorte). Hier kreeg men een wedergeboorte ervaring (rebirthing). Hier werden de polariteiten van licht en donker uitgebalanceerd. Door dit balans te vormen wordt het voor men mogelijk zich te verplaatsen als Ba in het pure licht. Ook wordt men hier meester van de emoties van het Hart.

Water is het symbool voor emotionele natuur. De mysterieleerling verbleef er zeven dagen voor zelfreflectie en Meditatie. Het proces werd door priesters gevolgd.
Op de 7e dag werd de leerling geconfronteerd met de sarcofaagkist.

Egyptian Realms. Patroon van een watergolf.

Passage naar de Koningskamer.
Passage naar de Koningskamer.

Koningskamer

Nadat de neofiet daar na de passende ceremonieen heeft gerust, vervolgt hij zijn weg langs de gang van Aahlu en staat als het ware gereed bij het vertrekpunt, bij de poort naar de Grote Gallerij, de Dubbele Hal van de Waarheid. Deze Hal is een grootse majestueuze gallerij, met zeven afdelingen, en de neofiet gaat dapper omhoog tot hij komt bij de voorkamer van de koningskamer. Voordat de neofiet echter de voorkamer binnengaat moet hij een grote trede van bijna een meter beklimmen, en dan moet hij erg diep bukken, en tenslotte als het valhek omhoog is kan hij verdergaan naar de koningskamer, het verblijf van de Verborgen Neter, en de sarcofaag van Asar betreden.

De sarcofaag was voorzien van een rieten mat waarop men kon liggen. Wanneer de deelnemer in de sarcofaag lag en werd de deksel erop geplaatst. Vervolgens ging de leerling in overgangsfase ’trance’.

Nu begint de werkelijke inwijding wanneer het lichaam van de neofiet in trance ligt in de sarcofaag van Asar. Wat hij heeft gevolgd is feitelijk een symbolische beschrijvende manier om voor te stellen wat er werkelijk in de innerlijke werelden plaatsvindt.

In de koningskamer zijn zes grote afdelingen, waarbij de laagste onze Aarde voorstelt en de andere vijf, de vijf planeten Jupiter, Mars, Saturnus, Mercurius en Venus, terwijl de koninginnekamer de Maan kan voorstellen.

De ziel kan opklimmen naar de planetaire sferen, en dan is deze reusachtige driehoek in feite de omsluitende ring, wat een verdere voortgang verhindert, maar als de kandidaat volledig is bevrijd van alle Aardse en planetaire eigenschappen, dan kan de geest misschien door de top van deze driehoek opstijgen langs de mystieke lijn door het hoogste punt van de Piramide zelf en dan naar buiten en verder in eenheid zijn met de Neter.

Dan de afdaling, omlaag van de top van de Piramide, door de mystieke krachtlijn naar het hoogste punt van de Koningskamer, omlaag naar de sarcofaag en de ziel wordt verenigd met het in trance verkerende lichaam. De Inwijding is compleet, de neofiet staat als het ware op uit het graf van beproeving, niet langer een leerling, maar een meester, en verbluft, nog steeds overgoten met zuiverheid, gaat hij door de Grote Galerij, door de Hal van Duisternis, en gaat dan omhoog naar de ingang. Zijn eerste uitzicht is nu onbeschrijflijk mooi, of dat was zo op het moment dat deze zou zijn gebouwd, want daar recht vooruit stond de poolster, die ster die in werkelijkheid de spil is van spirituele en goddelijke zaken.

Binnenin de Piramide in de koningskamer staat nu nog een granieten sarcofaag waar eens een rieten mat in lag en de deelnemer plaats in nam. Met gekruiste armen ging de deelnemer in ’trance’ gebracht waarna hij geleid werd door spirituele werelden en op de proef werd gesteld voor de geestelijke wereld. Men leerde in deze omgeving meester te worden en goddelijkheid te bereiken. Deze ’trance’ is niet te vergelijken met dromen, hypnose, drugs, of Meditatie maar meer met een Tempelslaap, winterslaap zoals dieren. Het dier heeft het natuurlijke proces onder controle en kan enkel verstoord worden door iets van buitenaf. De trance die de Egyptenaren gebruikten is te vergelijken met de Yogi’s en Fakirs uit India waar zij levend begraven worden in trancetoestand en weken of maanden onder grond kunnen blijven liggen d.m.v. een ademhalingstechniek toe te passen, het lichaam af te sluiten (tong in keel) en de ziel bevrijden van het lichaam (een schijndood). Het lichaam blijft achter en de ziel is vrij zich te verplaatsen met lichtsnelheid.

Egyptian Realms. Patroon van een watergolf.

Register

Plato is voor drie dagen en drie nachten in de grote Piramide geweest en is teruggekeerd als ingewijde.

INDEX
Inleiding
Sphinx Tempel
De Put
Koninginnekamer
Koningskamer
Register

De Zon dalend achter de Grote Sphinx.
De Zon dalend achter de Grote Sphinx.
Beeld van Pharaoh met gekruiste armen op de borst.
Beeld van Farao met gekruiste armen op de borst. In de handen de Ankh.
Piramide steen met portaal.
Piramide steen met portaal met persoon erin die naar boven kijkt.
De Sphinx.
Hoofd van de Grote Sphinx.
Terrein bij de Sphinx.
Terrein bij de Grote Sphinx.
Doorgang naar de Piramide.
Doorgang naar de Piramide.
Schacht in de Grote Piramide.
Schacht in de Grote Piramide.
Afgesloten doorgang naar de Put.
Afgesloten doorgang naar de Put.
Passage naar de Koninginnekamer.
Passage naar de Koninginnekamer.
De koninginekamer.
De Koninginnekamer.
Granieten kist in de Koningskamer.
Granieten kist in de Koningskamer.
Zonsondergang bij de Piramides.
Zonsondergang bij de Piramides.