Inleiding
Op de westbank van Luxor (Thebe) in de Vallei der Koningen bevind zich de Thebaanse tombe van farao Ramesses IX, KV 6 afkomstig uit de 20e Dynastie.
Het monumentale graf van Ramesses IX is al een langere periode opgesteld voor publiek. In 1888 ruimde George Daressy het graf. Vele bezoekers uit de geschiedenis hebben hun handtekening achtergelaten op de muren van de tombe.
Het graf is destijds onderzocht door Henry Salt, die de voorwerpen en objecten heeft verzameld die tot de grafuitrusting behoren. Deze collectie is hedendaags ondergebracht in het British Museum.
Tombe
De uit rots gehouwen tombe van Ramses IX is gelegen onder de bergen die de Vallei der Koningen omsluiten.
Ingang
De ingang van het graf geeft toegang tot een lange aflopende corridor die links en rechts voorzien is van een zijkamers waarvan één kamer nooit is voltooid.
De latei boven de ingang is gedecoreerd met voorstellingen van de aanbidding van de eigenaar van het graf, vergezeld door de godinnen Isis en Nebet-Het. De muren bij de ingang zijn voorzien van levensgrote relief voorstellingen van de koning waarbij Ramesses IX zich wend tot de goden waaronder Ra-Horakhty en Amun.
Aansluitend op de eerste corridor, volgt een tweede en derde schuin aflopende corridor die aan weerszijden is gedecoreerd met vele hierogliefische inscripties en voorstellingen.
Plafond
Het plafond van de eerste corridor is links en rechts voorzien van een register waarin de koninklijke cartouches van de koning worden afgebeeld.
Daartussen bevind zich kleurrijk beschilderde fresco’s van de hemelse godin Nekhbet, afgebeeld als Gier met gespreidde vleugels. Het plafond van de tweede gang is uitgevoerd met astrologische voorstellingen van de nachtelijke hemel.
De deurlateien van de tweede en derde gang zijn eveneens voorzien van vergelijkbare aard. De eerste twee gangen zijn uitgevoerd met de Litanieën van Re.
Op de muren van de tweede en derde gang worden tevens passages vermeld afkomstig uit het Dodenboek en het Boek van Grotten. De muren van de derde gang vermelden ook passages afkomstig uit het Boek van de Amduat.
Voorkamer
Dan volgt een kleine voorkamer waarvan de muren voorzien zijn van beschilderde voorstellingen en verbonden is met een hal die uitgerust is met vier pilaren die rondom zijn beschilderd. Links en rechts van het portaal van de hal worden twee priesters afgebeeld die het Openen van de mond ritueel opvoeren.
Grafkamer
Op de centrale as leid een korte stijl aflopende gang vervolgens naar de grafkamer die voorzien is van en gewelfd plafond. Het portaal van de grafkamer is centraal aan de bovenzijde voorzien van de ram Khnum die afgebeeld wordt in een zonschijf in de nachtelijke hemel met links en rechts twee bavianen die de god aanbidden.
De muren van de grafkamer zijn beschilderd met voorstellingen die verschillende aspecten symbolisren tijdens de nachtelijke reis die de koning afgelegd door de onderwereld.
Het plafond is ook hier beschilderd met hemelse voorstellingen waaronder hemelgodin Nut die centraal boven het graf zowel links als rechts wordt afgebeeld aangevuld met passages afkomstig uit de Duat, Het boek van de dag en de Amduat, het Boek van de nacht.
Ongebruikelijk is de tweevoudige put die in de vloer van de grafkamer is uitgehouwen. In het graf is nooit een sarcofaag aangetroffen.
Register
In de Deir el-Bahri-cache werd in 1881 het gemummificeerde lichaam van koning Ramesses IX ontdekt in een doodskist die niet van Ramesses zelf bleek te zijn, maar toebehoorde aan de dame Nesikhons, echtgenote van Pinudjem II die als hogepriester van Amun te Thebe werkzaam was.
In het graf van Pinudjem II werden ook de lichamen van andere koninklijke leden ondergebracht waaronder die van Ahmose I, Amenhotep I, Thoetmoses I, Thoetmoses II, Thoetmoses II, Ramesses I, Seti I en Ramesses II om hen te een veilige plaats te bieden.
Fotografie © Copyright R.Bloom, www.egyptianrealms.com