Inleiding
Op de westelijke oever van Luxor in de koninklijke necropolis van het oude Thebe, de Vallei der Koningen, bevind zich de monumentale graftombe van Farao Seti II die afkomstig is uit de 19e Dynastie.
De tombe werd gerealiseerd voor koning User Kheperu-Ra Seti Merenptah, beter bekend als Seti II. Aangenomen wordt dat Seti II oorspronkelijk samen met zijn vrouw, Tausret, in haar tombe is begraven en later is overgeplaatst naar dit graf dat onvolledig lijkt te zijn uitgewerkt door Sethnakht.
Koninklijke tombe
De tombe die een noordwestelijke naar zuidoostelijke as voert, en 75,38 meter diep de rotswand in leidt met slechts een milde afdaling die voor het grootste deel ongeveer 6,53 meter diep is, bevat geen zijkamers.
Een rechthoekige nis aan de rechterkant van de zuilenhal kan de locatie markeren waar de gebruikelijke aanbouw zou zijn uitgesneden. Ook ontbreken de hoge trapeziumvormige nissen die vaak aan het begin van de derde gang worden aangetroffen.
Een korte entree gang uitgevoerd met prachtig sculptuurwerk wordt opgevolgd door drie lange gangen waarvan het schilderwerk niet is voltooid en gevolgd door een putkamer. Een korte afstand verderop komt de tombe tot een abrupt einde. Het interieur bevat een variatie aan voorstellingen van de koning en representaties van goddelijkheden, passages over de Litanie van Re en Boek der Poorten.
Ingang
De ingang van de tombe leidt naar een korte voorkamer waarvan de muren ongebruikelijk zorgvuldig gladgestreken en bedekt zijn met een laag wit pleisterwerk, zoals elders in het graf. Er werd echter geen decoratie aangebracht op de wanden van de entree en entreegangen.
Decoratie van de tombe
Veel van de geschilderde decoratie is intact gebleven en het gips lijkt relatief stabiel te zijn. Niets van het goed bewaarde reliëf is ooit beschilderd. Onlangs zijn breuken in het oppervlak van de muren door restauratoren opgevuld. Vanwege de haastige voltooiing van het graf, kunnen decoraties duidelijk twee vormen aannemen. Hoewel de decoraties in het eerste deel van de tombe met zorg zijn gerealiseerd met zowel verzonken als verhoogde reliëfs, maken ze plaats voor minder volbracht werk dat alleen dieper in de tombe in verf werd uitgevoerd, met de zaal met vier pilaren als enige uitzondering waar de decoraties tot verzonken reliëfs vervallen hoewel er niet altijd verf werd aangebracht.
In enkele van de diepste gangen zijn schetsen aangebracht op het gipsoppervlak. In de gehele tombe inclusief de eerste gang waar de verhoogde en verzonken reliëfs zijn aangebracht, zijn er stilistische verschillen binnen het vakmanschap van het werk die het gebruik van verschillende ambachtslieden kunnen suggereren.
Eerste gang
In de opvolgende langere afdalende gang is de bovendorpel van de deuropening voorzien met de godinnen Isis en Nephthys in geknielde houding, met tussen beide een zonneschijf met een kever en god met hoofd van een Ram, Amun. Op de deurstijlen van het deurportaal bevinden zich de namen van Seti II met een voorstelling van een Maat in geknielde houding.
Litanie van Re
De muren zijn gedecoreerd met voorstellingen van Seti II die offers brengt aan Ra-Horakhty en vazen aanbiedt aan Nefertem. Op de oostelijke muur bevinden zich de eerste passages van de Litanie van Re. De voorstelling van koning Seti II en Nefertem werd over het originele openingsvignet van de Litanie van Re heen gesneden, dat vervolgens verder in de gang werd aangebracht.
Op de westelijke muur zijn taferelen te zien van Sokar en Seti II die wierook en plengoffers aan de god Ra-Horakhty brengen en opgevolgd wordt met passages van de Litanie van Re. Het plafond van deze gang is kleurrijk gedecoreerd met beschilderde vliegende gieren in een blauwe hemel waarvan sommige zijn uitgevoerd met de kop van een cobra. Tussen de gieren is de naam van de koning aangebracht en langs de randen van het plafond is hierogliefische tekst vermeld die betrekking heeft tot Osiris en Ra-Horakhty.
Tweede gang
De bovendorpel van de tweede gang is gedecoreerd met een gevleugelde zonschijf, terwijl op de deurposten passages uit de Litanie van Re wordt voortgezet. De voorstellingen op de muren van de twee opvolgende gangen zijn georiënteerd naar de achterkant van het graf op de oostelijke muren, terwijl ze in het westen naar de ingang van het graf lopen.
De muren zijn bewerkt met voorlopige schetsen die in rode kleur zijn aangebracht. Op de oostelijke muur vinden we Seti II die offers brengt aan Ra-Horakhty. Op de westelijke muur bevind zich een voorstelling van Seti II die Sokar een offer brengt. Verderop worden passages van de Litanie van Re vermeld waaronder de 75 vormen van de zonnegod, opgevolgd door het tweede en derde uur van de Amduat op zowel de oost- als de westmuur.
Op het plafond worden Isis en Nephthys afgebeeld aan weerszijden van een zonneschijf met daarin de Ba vogel uitgevoerd met kop van een Ram die ziel van Re symboliseerd. Deze scène wordt vervolgd met meer passages uit de Litanie van Re. De rest van het plafond zou gedecoreerd worden met een nachtelijke hemel van sterren wat nooit volledig is voltooid.
Derde gang
De bovendorpel van de derde gang is uitgevoerd met een gevleugelde zonschijf. Koninklijke titels en een voorstelling van Seti II zijn op het portaal aangebracht.
De oostelijke gelegen muur is gedecoreerd met passages uit het vierde uur van de Amduat. Op de westelijke gelegen muur wordt het vijfde uur in de Amduat afgebeeld.
Putkamer
Het portaal leidt naar de putkamer (rituele schacht) waarbij de nissen bij de ingang voor het eerst volledig zijn uitgesneden. Op de muren van de kamer worden het vierde en vijfde hoofdstuk van het Boek der Poorten vermeld dat met verf is aangebracht.
De achterwand is gedecoreerd met een dubbele scène van Seti II die zich wend tot Osiris. De pilaren in de kamer verbeelden Seti II als belichaming van Horus-Iwn-mutef, Ptah, die in een heiligdom is, samen met andere goden. De rijkelijke versieringen op de pilaren, die aan elke zijde zijn voorzien van een enkel personage en twee aangrenzende zijden die een scène vormen, was een ontwikkeling die vanaf deze tijd consequent werd gebruikt.
Grafkamer
De putkamer leidt naar de dieper gelegen geïmproviseerde grafkamer die gevormd is uit wat een andere gang zou zijn geweest, waarvan de muren zijn uitgevoerd met verschillende registers en afbeeldingen van Anubis weergegeven op een heiligdom, en twee rijen goden die de volgelingen van Re en Osiris voorstellen. Op de onderste registers staan taferelen van gemummificeerde lichamen afgebeeld op bedden in slangenstijl die het vijfde hoofdstuk van het Boek der Poorten behandeld.
Het plafond werd beschilderd met een grote voorstelling van de godin Nut afgebeeld met neergeslagen vleugels en boven haar hoofd mogelijk de overblijfselen van afbeeldingen van Ba van Re.
Ook de onderliggende granieten sarcofaag die uitgevoerd is met een Osirische afbeelding van de koning bevat onder de deksel een basrelief voorstelling van de godin Nut.
Register
© Copyright fotografie: R.Bloom, EgyptianRealms.com
- In 1908 ontdekte de egyptoloog Edward R. Ayrton, tijdens een opgraving uitgevoerd voor Theodore M. Davis, een vondst in graf KV56 die Davis ‘The Gold Tomb’ noemde in zijn publicatie van de ontdekking in de Vallei der Koningen. Het bleek een kleine voorraad sieraden te bevatten met de naam Seti II. Sets van oorbellen, vingerringen, armbanden, een reeks kettingversieringen en amuletten, een paar zilveren ‘handschoenen’ en een klein zilveren sandaaltje werden ontdekt in dit graf.
- In het graf is niet veel begrafenisuitrusting aangetroffen. Het lichaam van Seti II was tijdens de oudheid naar het graf van Amenhotep II (KV35) overgeplaatst, samen met de gemummificeerde lichamen van andere koninklijke leden, om het veilig te bewaren. Er werden fragmenten van de sarcofaagdeksel van rood graniet gevonden, maar er werd nooit een deel van de eigenlijke kist ontdekt. Deze fragmenten blijven in het graf en zijn hersteld en op dragers geplaatst om het oorspronkelijke uiterlijk van de sarcofaag weer te geven. Helaas ontbreekt de bovenkant van het deksel met het gezicht van de koning. Het hoofd van de godin Nut bevindt zich nu in de Egyptische collectie van het Louvre in Parijs.
Omdat dit de kleinste van een sarcofaag uit het Nieuwe Rijk is die ooit is ontdekt, heeft Aidan Dodson gesuggereerd dat het in feite bedoeld was om te nestelen in een grotere sarcofaag, vergelijkbaar met die van farao Ramses III.